Diehard-kampeerder
Ik had mijn twijfels over mezelf als diehard-kampeerder nog niet uitgesproken of het plan ontstond om op survivaltocht te gaan. Aanstichter was jongste, mijn knutselkind, altijd in de weer met ducttape, lijm, gevonden voorwerpen, batterijen, ijzerdraad, karton, stift en schaar om iets te maken. Iets grafisch. Iets wat licht geeft. Iets wat rijdt. Iets wat van pas komt bij het steppen of vissen.
Jongste dus had bedacht dat het leuk zou zijn om een keer wild te kamperen en te lopen ‘met de tent en matjes en zo’ op onze rug. De onschuld was aandoenlijk. Vijf kilometer gaf ik het maximaal, het hiken van de jongens met volledige bepakking. Maar verder een geweldig idee. Een paar dagen Ardennen, wandelen, back to basic. Schermloos ook vooral. Er moest een vaste uitvalsbasis komen, besloten mijn lief en ik, van daaruit gingen we op survival.
Voor een verhaal had ik het decor niet mooier kunnen bedenken. De steile wanden van de oude steengroeve maakten de camping even ruig als beschut. Camping was trouwens een groot woord, er waren welgeteld drie plekken. Er was een ecotoilet (alles toedekken met zaagsel) en douchen kon met een in de zon opgewarmde zak water die je kon ophangen. Het barretje van tentdoek had een houtkachel, buiten was een grote vuurplaats. Bij het meertje lagen kano’s. Uitbater Ton vertrouwde zijn gasten alles toe en kon desgewenst alle denkbare buitensporten verzorgen.
Niet lang na aankomst gingen we op expeditie. Even was er wat gedoe over prikplanten en wie welke rugzak moest dragen, maar al snel was de tocht te inspannend voor gepiep. We wurmden ons door een rotsspleet en glibberden aan touwen naar beneden. Na ruim vier uur was het tijd voor ons gedroogde adventure food. De lucifers waren vochtig, maar gelukkig toverde jongste een gasaansteker uit zijn rugzak, waar verder een everzwijnmuts-knuffel, een EHBOkit, insectenspray, zaklamp, mes en nog zo wat in bleek te zitten. Na acht minuten in warm water waren de nasi-cashew en de pasta carbonara geweld. Honger maakt rauwe bonen zoet, de glimmende ogen van jongste deden de rest. Die nacht lag mijn lief, die vaak moeite heeft zich af te sluiten voor geluiden die hem irriteren, wakker van de stilte. Pas toen de regen de vallende stenen en scharrelende beesten overstemde, vatte hij de slaap.
De volgende dag klom oudste zoon tegen een wand van vijfentwintig meter op alsof hij nooit anders had gedaan. Ik liet me na een peptalk van Ton abseilend van dezelfde wand zakken. Jeugdzorgjongeren, topmanagers, gezinnen, zijn boodschap was hetzelfde, vertelde Ton: ‘Ben je in gevaar of ben je alleen maar bang? Bang is niet erg.’ Tijdens de laatste wandeling zette jongste zichzelf onder stroom aan schrikdraad. ‘Viel mee’, zei hij na een traan.
Als deze tocht één ding heeft duidelijk gemaakt, is het wel hoe rekbaar grenzen zijn. Hoe ze soms heel ergens anders liggen dan je denkt.
Plan jouw avontuur
Stel jouw ideale uitje samen, of laat ons met je meedenken. Binnen 1 werkdag ontvang je een voorstel op maat.



